Wanneer wel huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden?
Op deze pagina staan verschillende situaties waarvoor het maken van huwelijkse voorwaarde of partnerschapsvoorwaarden nodig zijn. Er kunnen altijd nog andere redenen zijn om dit te doen. Laat je daarom voorafgaand aan je huwelijk of geregistreerd partnerschap goed informeren. Een premarital mediator – een mediator, advocaat of notaris gespecialiseerd in huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden – kan je hierbij helpen.
Voor de voorbeelden op deze pagina is het huwelijk het uitgangspunt. Maar de voorbeelden gelden ook voor het geregistreerd partnerschap.
Ondernemers
Heeft een echtgenoot een onderneming? Dan is er altijd een kans op schulden en dus schuldeisers. Bij een eenmanszaak zijn de risico’s groter dan bij een BV. Maar bij wanbeleid in de BV kunnen schuldeisers zich ook verhalen op het privévermogen van de ondernemer. En dus ook op het gehele vermogen dat tijdens het huwelijk automatisch in de beperkte gemeenschap terecht is gekomen. Daarmee loopt de andere echtgenoot ook het risico om dit gemeenschappelijke vermogen te verliezen. Schuldeisers kunnen zelfs loonbeslag leggen op het inkomen van de andere echtgenoot, omdat deze dit loon tijdens het huwelijk verkrijgt. Door het maken van huwelijkse voorwaarden kun je het vermogen apart houden dat je tijdens het huwelijk verkrijgt. Wat wel gemeenschappelijk moet zijn, valt niet in de wettelijke gemeenschap maar in een eenvoudige gemeenschap. Daar kunnen eventuele schuldeisers in principe maar voor de helft aankomen.
Daarnaast kent de wet een nieuw artikel. Dat bepaalt dat een ondernemer, ook als de onderneming voor het huwelijk privé-eigendom was (of als de aandelen privé-eigendom waren) een redelijke vergoeding aan de gemeenschap moet betalen voor de kennis, vaardigheden en arbeid die hij voor de onderneming heeft aangewend. Het is niet duidelijk hoe hoog die redelijke vergoeding is en hoe deze wordt berekend. Om aan deze onduidelijkheid een einde te maken, is het verstandig om huwelijkse voorwaarden te maken.
Afwijkende eigendomsverhouding woning/schuldbekentenis gemeenschappelijke woning
Stel: vóór jullie huwelijk hebben jullie een huis gekocht. Daarbij is de één voor 60% eigenaar en de ander voor 40% – bijvoorbeeld omdat de één meer eigen geld heeft gestopt in de aankoop van het huis dan de ander. De wet geeft aan dat goederen, die voor het trouwen gemeenschappelijk zijn, na het trouwen in de beperkte gemeenschap vallen. Daardoor vervalt automatisch de eerdere eigendomsverhouding van 60%-40% naar ieder de helft.
Was er voor het huwelijk een schuldbekentenis opgesteld, omdat de ene echtgenoot bijvoorbeeld € 30.000 meer eigen geld in het huis had gestopt? Dan is dit een schuld die gaat over een gemeenschappelijk goed, en die schuld valt eveneens in de beperkte gemeenschap. Daardoor heeft de investerende echtgenoot automatisch nog maar recht op de helft van zijn investering.
Bewijsproblemen bij ontbinding van het huwelijk
Wat ieder van de echtgenoten privé in eigendom had voorafgaand aan het huwelijk blijft privé. Stel: één van de echtgenoten had een bedrag van € 40.000 op zijn spaarrekening staan, en was de enige eigenaar van bepaalde goederen in de inboedel. De echtgenoten besluiten 15 jaar later dat zij gaan scheiden. Volgens de ander werd alles gedurende het huwelijk verkregen en moet het bezit gedeeld worden. Om bewijsproblemen te voorkomen, is het verstandig vóór het huwelijk goed vast te leggen welke goederen (en schulden) privé zijn voordat je trouwt. In huwelijkse voorwaarden kan je hier afspraken over vastleggen.
Goederen en schulden tijdens het huwelijk privé houden
Op grond van de wetgeving vallen alle goederen en schulden die gedurende het huwelijk worden verkregen of aangegaan in de beperkte gemeenschap. Daardoor kan een partner goederen die hij of zij aanschaft tijdens het huwelijk niet privé in eigendom houden zonder daar afspraken over te maken en vast te leggen. Dit kan alleen als hij/zij het betreffende goed koopt met geld dat voorafgaand aan het huwelijk op zijn of haar privérekening stond. En wanneer een echtgenoot schulden maakt tijdens het huwelijk, dan vallen deze ook in de beperkte gemeenschap van goederen, waardoor de partner de andere echtgenoot hierin meetrekt. Bovendien kunnen schuldeisers zich op het gehele gemeenschappelijke vermogen verhalen, waardoor de ander dit vermogen ook verliest.
Algehele gemeenschap van goederen/finaal verrekenbeding/belastingbesparing
Het kan een morele wens zijn van de echtgenoten om alle goederen en schulden met elkaar te delen, zoals voor 2018 het geval was bij de algehele gemeenschap van goederen. Daarbij gaan alle bezittingen en schulden ‘op de grote hoop’. Zowel de goederen en schulden die ieder voorafgaand aan het huwelijk had als de goederen en schulden die zij gedurende het huwelijk verkrijgen. Stel: één van de echtgenoten had een eigen woning met daarop een hypotheekschuld. Dan kunnen huwelijkse voorwaarden deze woning met hypotheekschuld gemeenschappelijk maken. Bijkomend voordeel is, dat dit kan zonder betaling van overdrachtsbelasting. Dit kan een aanzienlijke belastingbesparing opleveren.
Voor ondernemers is het -door het risico van schuldeisers – van belang om juist niet in een (algehele of beperkte) gemeenschap van goederen te trouwen. Maar in de huwelijkse voorwaarden zou wel een finaal verrekenbeding kunnen staan, dat van toepassing is als het huwelijk eindigt. Dat kan door echtscheiding of overlijden. De echtgenoten moeten dan met elkaar afrekenen alsof zij gehuwd waren in algehele gemeenschap van goederen. Ook dit kan een belastingbesparing opleveren. Er hoeft dan geen schenkbelasting te worden betaald bij het verrekenen (terwijl er vermogen van de één naar de ander gaat). En bij overlijden is besparing van erfbelasting mogelijk omdat het geërfde vermogen al voor de helft wordt toegerekend aan de nog levende echtgenoot.
Insluitingsclausule
In de wet is bepaald dat vanaf 1 januari 2018 erfenissen en schenkingen niet in de beperkte gemeenschap van goederen vallen. Daarmee blijven deze privé-eigendom van degene die geërfd heeft of geschonken heeft gekregen. De meeste mensen zullen dit een goede regeling vinden, maar het is soms mogelijk om dit vermogen toch gemeenschappelijk te maken door dit af te spreken in huwelijkse voorwaarden. Dat kan alleen als er niet door de overledene of schenker bepaald is in het testament of bij de schenking dat dit vermogen hoe dan ook privé moet blijven (privéclausule/uitsluitingsclausule)? Als dat zo is, dan kan je in de huwelijkse voorwaarden geen andere afspraken maken.